maandag 26 maart 2012

Orkestival 2012


Na maanden van oefenen was het vorige week maandag eindelijk zover: het 23e Orkestival in Amsterdam. 's Morgens ging mijn wekker al om kwart over 6, de opmaat voor een lange dag. Toen ik op school aankwam, zat de sfeer er al goed in en we stapten vol goede moed de bus in. Onderweg zaten we af en toe in de file, maar dat mocht de pret niet drukken. Als ontbijt kregen we enkele lekkere warme worstenbroodjes en natuurlijk hadden we nog bergen snoep, dus niemand hoefde honger te lijden. Op naar het Orkestival ! 







Nu hoor ik jullie denken: wat is Orkestival? Elk jaar organiseert De Stichting Zelfstandige Gymnasia het Orkestival. Dit houdt in dat categorale Gymnasia die een schoolorkest hebben hieraan mogen deelnemen. Het is de bedoeling dat je een aantal stukken instudeert en dit op het grote podium uitvoert. Er doen meestal ongeveer tien schoolorkesten mee en deze keer waren het er zelfs twaalf. Een deskundige en zeer kritische jury beoordeelt de uitvoering van elk orkest. Hoewel Orkestival geen wedstrijd is, pakt de jury het serieus aan. Als zij vinden dat een orkest er een potje van heeft gemaakt, dan is het juryrapport niet zo mals. Na alle uitvoeringen werd tenslotte een zogenaamd tuttistuk ingestudeerd. Dit is een klassiek muziekstuk dat we onder leiding van een bekwame dirigent instuderen met alle schoolorkesten en vervolgens uitvoeren.


Zoals jullie in mijn vorige artikel hebben kunnen lezen, vond ik het heel leuk. Misschien klinkt dit jullie raar in de oren; want wat is er nou zo leuk aan een oud gebouw waar mensen saaie klassieke muziek spelen? Ik ben zelf ook geen echte fan van klassieke muziek, maar sommige stukken zijn toch erg mooi. Vooral als je in het Concertgebouw bent. Om dit uit te leggen, ga ik wat vertellen over het Concertgebouw zodat jullie beter begrijpen waarom ik het juist zo leuk vond om daar te spelen.

Aan het einde van de 19de eeuw bestonden er al een aantal zalen waar muziek werd gemaakt, maar het was nooit precies wat men wilde. Het was te klein, niet mooi genoeg of de akoestiek was gewoon erg slecht. In 1881 kwam een aantal mensen bijeen om het daarover te hebben; ze vonden het hoog tijd worden voor een echte goede locatie. Er werd een commissie gevormd, om alles te regelen. Het eerste wat de commissie deed, was op zoek gaan naar een goede adviseur. Het werd Pierre Cuypers; hij heeft ook het Rijksmuseum ontworpen. Toen er genoeg geld was ingezameld, werd het tijd om het gebouw te ontwerpen. Deze opdracht werd gegeven aan Adolf Leonard van Gendt. Hij heeft nog vele andere bekende gebouwen in Amsterdam op zijn naam staan, zoals: het Centraal Station, de Amstel en het Theater van Frescati.

 
In 1886 was het Concertgebouw bijna af, maar door allerlei problemen zoals investeerders die hun geld introkken en moeilijkheden met de gemeente, duurde het nog zo'n 2 jaar voordat het gebouw werd opgeleverd. Maar, op 11 april 1888 was het eindelijk zover. Het eerste concert werd gespeeld op 3 november 1888 onder leiding van Willem Kes, het orkest dat uit 120 mensen bestond, speelde o.a. stukken van Bach en Wagner.

In het midden van het grote concertpodium staat een enorm orgel. Deze werd helaas te weinig gebruikt en verkeerde vele jaren in slechte staat. Het kon gerestaureerd worden, maar dat zou veel geld kosten. In 1980 zijn verschillende acties georganiseerd zoals loterijen en benefietconcerten om het benodigde geld in te zamelen. Dit lukte en na een restauratie van 2,5 jaar, klonk het orgel weer zoals het hoorde.


Het Concertgebouw is wereldberoemd om zijn mooie akoestiek. Ter vergelijking: als je op straat bent, is de galmtijd van je stem erg kort. En ook de Amsterdam Arena is niet gebouwd voor een mooie geluidservaring. Muzikanten maken gebruik van allerlei versterkers zodat het geluid hard genoeg is en het geschreeuw waait alle kanten uit. De Heineken Music Hall is al een stukje beter, hier heb je al een betere beleving van mooie geluiden. In de Grote Zaal van het Concertgebouw  daarentegen is de akoestiek erg belangrijk, vooral bij klassieke muziek. Met publiek erbij is er sprake van een nagalm van 2,2 seconde. Zo'n galm heeft als effect dat je de klanken intenser beleeft. Alles is duidelijk te horen in de zaal, zelfs als men een pen laat vallen. Het is daarom bijzonder hinderlijk voor de muzikanten als er tijdens een uitvoering wordt gekucht en gehoest.


Onder het balkon zie je rondom een kader met naambordjes. Hierop staan de namen van grote componisten zoals Bach, Mozart en Haydn. Niet iedereen mag in het Concertgebouw spelen, nee, alleen het beste van het beste. Daarom vind ik het zo bijzonder om daar met ons orkest te mogen optreden. Het is toch een hele bijzondere plek met een rijke historie. Dat geeft dan echt een heel speciaal gevoel.

Toen het Orkestival was afgelopen, zijn we nog een ijsje gaan eten, waarna het tijd was om huiswaarts te keren. Onderweg hebben we nog een tussenstop gemaakt bij een bekend wegrestaurant waar we een driegangen menu hebben verorberd. En natuurlijk was iedereen Happy met zijn of haar speeltje. Eenmaal terug op ons vertrekpunt, was het alweer 19.00 uur. Ik was moe maar zeer voldaan. Het was een prachtige dag. Volgend jaar hopelijk weer.

Kenden jullie het Concertgebouw en het Orkestival al?

XOXO Laura